Doe iets aan het presenteïsme

Het presenteïsme, het minder bekende broertje van burn-out, kan wel eens de ziekte van deze tijd zijn.

Nu ik aan den lijve heb ondervonden dat ‘trop’ te veel kan zijn, ben ik nog ongeruster over hoe onze maatschappij omgaat met langdurige stress. Mij verbaast het niet meer dat 250.000 Vlamingen langdurig ziek zijn. Een grotere groep dan die van de werkzoekenden, nota bene. Onlangs kregen meer dan 470 bedrijven een waarschuwing van de RSZ omdat ze te veel langdurig zieken in hun rangen hebben.

Het onderwerp komt gelukkig stilaan uit de taboesfeer, onder meer dankzij sporticonen, muzikanten en politici die er geen geheim van maken dat ook zij tegen de muur aanbotsten. En ook al val je niet van de ene dag op de andere uit met een burn-out, maar doorgaans na een langdurige blootstelling aan werkbelasting, toch focussen we vooral op de fase na het uitvallen.

Voor mij kan het minder bekende broertje ‘presenteïsme’ dus wel eens dé ziekte van deze tijd blijken. Met presenteïsme wordt bedoeld dat je komt opdagen op het werk, maar eigenlijk te ziek bent om naar behoren te functioneren. Waarom doen we dat eigenlijk?

Besparingsrondes volgen elkaar op, vacatures raken niet meer ingevuld, zieke collega’s niet meer vervangen. Dus werken we met z’n allen almaar harder en langer om met minder mensen dezelfde berg werk te verzetten. Dat is al veel gevraagd als je fit bent. Maar dat extraatje meer is vaak de druppel die de volle emmer doet overlopen, zeker als ziek zijn geen optie lijkt. En bovendien weten we dat we niet hetzelfde rendement halen als wanneer we fit zijn, dus werken we nóg langer en harder om dat goed te maken.

Spiraal

Onderzoek van de De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) toont aan dat in 2019 13,6 procent van de Vlaamse werknemers (goed voor 320.000 mensen) rapporteerden dat ze niet meer naar behoren konden functioneren op de werkplek, maar wel aan de slag bleven. Het sociaal secretariaat Securex noteerde tussen 2019 en 2021 nog eens een gevoelige stijging. De coronapandemie heeft er duidelijk stevig ingehakt.

Die toxische spiraal leidt uiteindelijk tot een crash. En daar sta je niet zomaar weer uit op. De ode aan de ‘always on’-cultuur, waar ik zelf net zo schuldig aan geweest ben, klinkt almaar valser.

De gevolgen van jezelf tegen beter weten in te blijven voortslepen zijn nefast, zowel fysiek als mentaal. Op korte termijn leiden ze tot een lagere productiviteit en minder kwaliteit. Door een gebrek aan concentratie maak je meer fouten, en daar lijden de relaties in een team onder. Op langere termijn neemt het risico op depressie en burn-out toe en loop je meer kans op hartziekten. Ten slotte kan een gebrek aan veiligheid en de chronische blootstelling aan stress tot ernstig trauma leiden, in de psychologie bekend als ‘complex posttraumatisch stresssyndroom’.

Bedrijfsleiders zouden er goed aan doen het presenteïsme in hun teams in kaart te brengen en er een doeltreffend preventief beleid voor te voeren. Onder het motto ‘less is more’ zijn een lagere werkdruk en zo nodig een korte of deeltijdse uitval soms een betere garantie op gezonde en productieve werknemers.

Een mooie uitdaging voor de overheid is niet alleen deeltijdse re-integratie te ondersteunen, maar ook deeltijdse uitval mogelijk te maken. Zoniet blijven we met zijn allen in de illusie van de tredmolen ronddraaien en vallen we één na één uit, tot het hele kaartenhuis instort.

(Als opiniestuk verschenen in de reeks “De Prullenmand” in De Tijd op 11 januari 2023)