Het rijk der vrijheid
In de zomer van 2021 vroeg de redactie van De Tijd een aantal opiniemakers “We bevrijden ons uit de ketens van de pandemie, maar wat nadien? Wat kan anders, wat behouden we en wat komt beter nooit terug?”
Naar een gemiddelde werkweek
Nu ikzelf al even gevaccineerd ben en ook familie, vrienden en zelfs onze tieners aan een rottempo volgen, lonkt het Rijk der (herwonnen) vrijheid! De vraag is nu: wordt het ook echt vrijheid blijheid? Op héél veel vlakken kunnen we niet snel genoeg terug naar hoe het was in het pre-corona-tijdperk. Familie in de armen kunnen sluiten, een gezellig samenzijn onder vrienden, een restaurantbezoekje, een brainstorm in levenden lijve of eens even bijkletsen aan de koffiemachine… Dat viel nu eenmaal niet te vervangen.
Toch had heel die miserie ook z’n goede kanten – en die geef ik liever niet meer af. Ik hoor overigens wel vaker dat het “onthaasten” hoewel niet vrijwillig wel erg veel deugd deed. Dat het ontbreken van het fileleed een zee van tijd deed opengaan. Dat het ook wel fijn is wat meer tijd met de kinderen te kunnen doorbrengen: voor- en naschools, of zelfs samen lunchen als ze thuisonderwijs volgden.
Wat er dan wat mij betreft zoal mag blijven? Een flexibeler manier van werken is alvast mijn nummer één. Meer thuiswerk, glijdende werkuren, iets meer baas over je eigen tijd. Een betere work-life balans, maar niet zozeer in de traditionele zin van netjes afgebakende tijdsblokken. Wel een vloeiend geheel, waarbij je de balans vindt in een zinvolle afwisseling. Want hoewel we op papier allemaal netjes in de pas van de papieren uurroosters bleven lopen, zag ik toch menig thuiswerker net als ik een snelle boodschap doen tijdens de daluren. Verschenen er meer werkende ouders aan de schoolpoort en merkte ik aan de drukte op het wandelpad langs onze tuin dat de Vlaming niet alleen buiten de werkuren leerde wandelen.
En waarom ook niet? Stel je eens voor dat we onze typisch Belgische regelneverij kunnen overstijgen en voor alle functies die dat toelaten een “gemiddelde” werkweek van 38 uur (of welk aantal dan ook) kunnen handhaven. En daarbij niet in steen beitelen waar en wanneer we die precies gaan presteren. Nood brak wet, maar daarmee hebben heel wat kenniswerkers intussen bewezen ook zonder prikklok of blik over de schouder perfect tot resultaten te kunnen komen. En ook werkgevers kunnen niet langer ontkennen dat een beetje vertrouwen vaak tot een betere productiviteit én meer welbevinden heeft geleid. Samenwerken vanuit vertrouwen. Was dat niet vele keren aangenamer dan altijd uitgaan van het ergste en je hele team aan banden leggen “voor het geval dat”? Misbruik bestraffen in plaats van koste wat kost proberen te voorkomen, en dan zijn we meteen die rotfiles kwijt.
Ook in het privéleven vermoed ik dat velen onder ons niet meteen terug willen keren naar de zogenaamd “gezellige drukte”. Wel druk, maar niet altijd even gezellig in de praktijk. Iets meer ruimte voor het gezin, een goed boek, eens een langere vakantie… Bewuster keuzes maken in de veelheid aan activiteiten en gaan voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Focus op de dingen die er écht toe doen. Die je toelaten straks niet achterom te kijken en te denken: “Damn, had ik dat maar anders aangepakt…”. Het leven is al kort genoeg, zo werd ons even pijnlijk in herinnering gebracht!
En noem me gerust een koele kikker, maar wat mij betreft mogen ook de vele handdrukken – en al helemaal de kussen en omhelzingen door wildvreemden – permanent achterwege blijven. Niks bevreemdender dan een internationaal congres binnenkomen en binnen de vijf minuten vol vreemde geurtjes hangen. Hoe gezellig ik die Zuid- Europeanen ook vind, ik bekijk het liever van op comfortabele afstand! Nu ja, één troost: in het slechtste geval is het nu in ieder geval politiek correct om na afloop mijn handen te ontsmetten.
(verschenen in De Tijd in de rubriek “Het rijk der vrijheid” op 5 augustus 2021)